Jaén
De naam Jaén, komt uit het Arabisch en betekent “weg van caravanen”. Jaén is zowel de naam van de provincie als de hoofdstad van deze provincie. Dat is ook de essentie en de rijkdom van deze Provincie. Het is een overgang en balans tussen het levendige en lachende Andalusië en het ernstige en serieuze Castilië. Dit land van helder licht en gastvrije mensen is gewend aan de doorreis en verbindingsfunctie. Maar er is ook een gelukkige samenleving van de mensen en culturen die besloten om zich erin te vestigen.
Jaén en zijn rijke olijfolie historie
Zoals uit het stuk over de geschiedenis van Olijfolie blijkt, was het Romeinse Rijk een grote gebruiker. Aan het einde van de eerste eeuw vóór Christus werd Andalusië de belangrijkste olieleverancier van het Romeinse Rijk. Tussen de tweede en derde eeuw van Christus kreeg de Andalusische olie zo’n reputatie dat hij in Rome onmisbaar werd. Marcial, een Romeinse dichter, vond het niet te overtreffen. Plinio vergeleek het met olie uit Histria. Histria is nu bekend als Istrië en ligt grotendeels in Kroatië. In de Romeinse tijd was het al bekend om zijn kwalitatieve zeer goede olijfolie.
Jaén in de Romeinse tijd
De olijfboom is al duizenden jaren onderdeel van de provincie Jaén. Dit blijkt uit de vele archeologische overblijfselen die zijn verschenen en nog steeds in de hele provincie voorkomen. Het Museum van Linares (Jaén), heeft een Romaans keizerlijk edict “Rescriptum sacrum de re Olearia”. Het is een reactie van de keizer Hadrianus. Het zijn koperen platen waarop wetgeving voor de collectie van de oliebelasting, met bestemming Rome is toegelicht.
Aan de rand van de stad Jaén, in een plaats genaamd “Marroquíes Bajos”, kan men resten van de oude stad vinden. Hier zijn ook de overblijfselen van een grote Romeinse molen ontdekt. Deze oliemolen is zo groot dat het onwaarschijnlijk is dat deze van één individu was. Waarschijnlijk was het eigendom van de staat en werd deze gebruikt om de olijven die als belasting werden afgestaan te vermalen. Afgaande op de enorme omvang van de contragewichten en de balken, was het de grootste die in het Romeinse rijk die tot nu toe bekend is. Dit onderbouwt het bewijst dat Jaén al in deze tijd een grote olieproducent was.
Groothandelaren namen de olie in leren zakken naar de dichtstbijzijnde aanlegplaatsen voor boten in de revier Guadalquivir. Daar werd de olie in aardewerk kruiken, genaamd “olearias Amphorae”, gegoten. De boten voeren stroomafwaarts naar de haven van Sevilla. Hier werden de kruiken in de ruimen van grote vrachtschepen opgestapeld. Deze brachten de olie naar Ostia, de havenplaats van Rome.
Een leuke anekdote
De kruiken werden niet hergebruikt. Na het legen, braken de handelaren de amfoor. Op een open plek nabij de haven werden de scherven opgestapeld. De berg groeide tussen Ie en 3e eeuw na Christus. Waardoor de berg een enorme omvang kreeg. De berg heeft een naam gekregen; Testaccio (Schervenberg). Men schat dat ongeveer twintig miljoen gebroken amfora’s onderdeel zijn van de berg. De basis is +/- 22.000 vierkante meter, het hoogste punt is 35 meter hoog en het volume is meer dan een half miljoen kubieke meter. 80% van de amfora kwam uit Andalusië.
De huidige olijfolie uit Jaén
Jaén heeft een oppervlakte van dertienduizend vierkante kilometer. De helft bestaat uit bergen en bossen. Van het gecultiveerde oppervlak bestaat tachtig procent uit olijfboomgaarden (550.000 hectare). De provincie heeft ongeveer 650.000 inwoners. Waarvan ongeveer achtentachtig duizend olijventelers. Dit zijn meestal kleine landeigenaren, die in totaal voor bijna tien miljoen arbeidsdagen per jaar zorgen.
De gemiddelde productie van Jaén is 1.200.000 ton olijven, waaruit bijna een kwart miljoen ton olie wordt gewonnen. Ofwel 25% van de Spaanse productie. Er zijn 312 oliemolens in de provincie, waarvan 80% coöperaties en 20% particuliere bedrijven.
De olijfboomgaard van Jaén is daarom een kolos te noemen. In zijn soort, de grootste ter wereld. Op de afbeelding krijgt u een indruk van de immense aaneenschakeling van olijfbomen. Daarnaast ziet u ook dat het bergachtig is met toppen tot 2100 meter. Een deel van de olijven komt daarom van grote hoogte. Dit maakt het oogsten moeilijker maar zorgt voor olijfolie met een meer geconcentreerde smaak.
Oorsprong certificaat
In de provincie Jaén zijn er momenteel drie oorsprongsbenamingen (Denominaciones de Origen) voor virgen extra olijfolie.
- Sierra de Cazorla
Het ligt ten zuidoosten van de provincie Jaén, in de wieg van de Guadalquivir, naast het natuurpark de las Sierras de Cazorla. - Sierra de Segura
Deze regio ligt in het noordoosten van de provincie Jaén - Sierra Mágina
De regio Sierra Mágina ligt centraal in het zuiden van de provincie Jaén.
Sociale invloed
De teelt van olijfbomen in deze provincie heeft altijd een zeer belangrijke sociale factor ingevuld. Bijna de gehele bevolking is direct of indirect afhankelijk van de olijfbomen. Waar een balans is tussen de boom, de mensen en het product.
Het onderhoud van een olijfboomgaard is arbeidsintensief en vooral de olijfoogst. Alle handen zijn in deze periode welkom. Ongeacht het geslacht, vaardigheden of leeftijd. Er is waarschijnlijk geen branche die meer vrouwen of mannen van 70 jaar en ouder in dienst heeft. Van grote olijfboeren tot kleinere particulieren en de arbeiders, voor iedereen is de opbrengst belangrijk om het gehele jaar van rond te komen. Voor alles wordt olijfoogst met groot enthousiasme en vreugde verwacht in de olijfboomgaarden. Zijn 550.000 hectare, vereisen ongeveer 15.000.000 loondagen. Hierbij valt naast het werk in de olijfboomgaard ook te denken aan de productie van olijfolie en tafelolijven, winning van afval, raffinage en transport.
Toont alle 2 resultaten